Gisteren werd in Oudsbergen op de manege van Phillipaerts de actuele economische en ruimtelijke impact van de Limburgse paardenhouderij toegelicht. De provincie Limburg liet met een studie de sterktes en zwaktes van de sector in beeld brengen. “De inzichten en aanbevelingen uit deze studie moeten het mogelijk maken om in te spelen op economische kansen en weloverwogen beleidskeuzes te maken,” aldus Inge Moors, gedeputeerde van Landbouw, Platteland en Ruimtelijke Ordening.
De paardenhouderij heeft in Limburg een sterke positie verworven, dankzij sportieve successen, internationaal gepositioneerde fokkerijen, innovatieve dierenartsenpraktijken, hippische centra en een goede geografische ligging. De studie die vandaag voorgesteld werd, wil een beter beeld geven van de invloed van de sector op het landschap en de omgeving en de economische ontwikkelingsruimte met respect voor de eigenheid en het karakter van het agrarisch gebied. “Het is de eerste keer in Vlaanderen dat een dergelijke doorlichting van de paardensector op provinciaal niveau wordt gemaakt”, aldus gedeputeerde Inge Moors.
Steeds meer particulieren houden paarden zodat de paardenhouderij vandaag duidelijk zichtbaar is in ons landschap. Met 229.451 geregistreerde paarden in 2018, waarvan 37.000 in Limburg, is de Vlaamse paardenhouderij goed voor een jaarlijkse omzet van 830 miljoen euro. “De sector is duidelijk in expansie met een zichtbare transformatie van het landschap tot gevolg. Een accuraat beeld van de hippische sector is belangrijk om strategische keuzes en beslissingen te kunnen nemen, met een direct effect en met effect op de langere termijn”, aldus gedeputeerde Inge Moors.
Groeiende sector met een economisch luik
Een team van deskundigen van de Antea Group en Policy Research Corporation stelde een uitgebreid rapport samen met daarin de belangrijkste bevindingen voor de provincie Limburg, een sterkte-zwakte analyse en beleidsaanbevelingen.
Uit het onderzoek blijkt dat het houden van paarden duidelijk door een sterk ondernemerschap gedreven wordt. Het fokken van paardenrassen door erkende stamboekverenigingen maakt dat de sport- en recreatiepaarden internationaal erg in trek zijn. De uitvoerwaarde van de paarden is op vijf jaar tijd met 80 % gestegen. Verder geven ook africhtingstallen, gespecialiseerde dierenartsenpraktijken, paardentransport, ruitersportwinkels, maneges eveneens gestalte aan de paardeneconomie.
Het economische belang van de paardenhouderij kan bovendien ook doorgetrokken worden naar de recreatieve sector. Het 650 km lange ruiter- en menroutenetwerk is uniek in Vlaanderen waarbij de aansluiting op de Antwerpse en Nederlandse ruiterpaden een grote surplus bieden.
Befaamde fokkerijen, internationale wedstrijden en paardenhumaniora
De sector kan opgedeeld worden in drie grote pijlers, stelt de studie. Een eerste pijler, de fokkerij, vertrekt vanuit stamboeken en fokkersverenigingen. Hier blijkt de provincie Limburg een sterke rol te spelen, met meer dan de helft van de Vlaamse veulens ingeschreven in een stamboek met een Limburgse zetel. Ook wat de centra voor voorplantingstechnieken betreft, is Limburg koploper.
Voor de tweede pijler ‘Sport en Recreatie’ beschikt Limburg naast stallingen over een aantal kwaliteitsvolle centra voor internationale en lokale wedstrijden.
Wat de derde pijler ‘Beroepen en Opleidingen’ betreft, beschikt Limburg over een paardenhumaniora in Bilzen, waar 90 leerlingen een opleiding paardenverzorging, manegehouder of rijmeester kunnen volgen. Voor medische gerelateerde beroepen zoals dierenarts of paardentherapeut moeten Limburgers voor een Master Diergeneeskunde naar Gent. Dit neemt echter niet weg dat Limburg een aantal grote gespecialiseerde paardenklinieken en dierenartsen met internationale aantrekkingskracht en uitstekende reputatie kent.
Hotspotgebieden in Limburg
De ontwikkeling van de paardensector situeert zich in heel Limburg, voornamelijk in de agrarische zone. Wat opvalt is de grote concentratie in de regio rond de gemeenten Oudsbergen, Peer en Bocholt. Wereldvermaarde paardenhouderijen hebben van deze regio een ware hotspot gemaakt. Het uitgewerkte netwerk voor de recreatieve ruiter vormt hier eveneens een belangrijke aantrekkingspool. Ook Lummen, Lanaken en Hasselt weten de paardenhouderij naar zich toe te trekken. In de streek rond Lummen zorgen een gerenommeerde paardenkliniek en de centra voor voortplantingstechnieken voor een grote densiteit in paardenactiviteit.
Sterk marketingproduct maar gebiedsgericht afwegingskader noodzakelijk
De strategische ligging in Europa in combinatie met de aanwezigheid van een kwaliteit aan topfokkers, topevents, topruiters, veel kennis, een sterk ruiternetwerk en de expertise bij de provincie inzake de landschappelijke integratie van landbouwinfrastructuur, maken van Limburg een sterkhouder in de paardenhouderij. “Dit biedt kansen om de paardensector en haar faciliteiten in Limburg te promoten over de provincie- en landsgrenzen heen”, aldus gedeputeerde Inge Moors.
De uiteenlopende range van activiteiten en het hobbyisme versus het professionalisme maken de paardenhouderij tot een zeer diverse sector. Het verzamelen en analyseren van data is daarom niet evident. “We moeten dan ook waakzaam zijn voor het agrarisch ruimtebeslag, de verdere versnippering van het landschap en het gebrek aan een duidelijk regulerend kader, dat deels het gevolg is van het gebrek aan data. Vanuit deze analyse kan een gebiedsgericht afwegingskader worden opgesteld als verlengstuk op het Provinciaal Beleidsplan Ruimte om zo gemeenten, ruimtelijke structuurplannen etc. op consequente wijze te kunnen adviseren. Kortom: Deze studie is geen eindpunt, maar een eerste aanzet om de paardenhouderij beleidsmatig op een hoger niveau te tillen”, besluit gedeputeerde Inge Moors.